Abattoir

Nederlandse versie hieronder

Bienvenu chez Abattoir
Où se nichent marchés, grossistes et événements.


Abattoir est situé à Cureghem et se réfère au domaine du seigneur Curo (début du 12ème siècle). Cureghem était situé dans une zone inondable et marécageuse, en raison des nombreux bras que compte la Senne. Un terrain qui ne pouvait être rendu utilisable que par régulation hydrotechnique. A la fin du 18ème siècle et au début du 19ème siècle, Cureghem était un endroit champêtre entouré de moulins, de brasseries artisanales, de filatures de coton et d’ateliers de tissage. L’eau y était présente en abondance.

Durant la ‘période hollandaise’ (1815-1830), les barons du coton ont soutenu l’industrialisation en introduisant des machines à vapeur. Le canal Bruxelles-Charleroi a été creusé afin que Bruxelles soit rapidement approvisionnée en charbon. Peu de temps après, les premières usines sont venues s’y implanter. En outre, la présence d’une voie de chemin de fer a contribué de manière intensive à la poursuite de l’industrialisation de Bruxelles. Cureghem aura sa propre gare ferroviaire vers 1841.

Durant cette période, la ville de Bruxelles avait un marché au bétail florissant et un abattoir. Mais le lieu devenait trop petit et le transport d’animaux en ville causait des nuisances. En 1890, un nouvel abattoir, où se tiendrait un marché au bétail, fut construit à  Cureghem. La commune d’Anderlecht concéda une concession à, ce qui était alors, la Société Anonyme ‘Abattoirs et Marchés d’Anderlecht-Cureghem’.

L’architecte Emile Tirou a dessiné les plans en s’inspirant de la ‘Grande Halle de la Villette’ à Paris. Il réalisa une version simplifiée en utilisant moins de métal sur une superficie de 100 sur 100 mètres. La construction de métal repose sur des colonnes en fonte séparées par une distance de 10m. Au total 218 tonnes de fonte et 640 tonnes de fer. En raison du terrain marécageux, les fondations se trouvent à une grande profondeur et s’appuient sur des voûtes en brique. Elles forment une cave sous le marché couvert. Une perle de l’architecture industrielle du 19ème siècle. Il y a quelques décennies, l’espace sous la halle du marché était exploitée comme champignonnière. C’est à partir de 1992 que l’espace souterrain a été aménagé en lieu événementiel.

Une jonction a été établie avec la gare de l’Ouest via un pont au-dessus du canal pour acheminer les animaux par train jusqu’au site. Un quai de chargement et de déchargement pour les trains a été aménagé au sud-est du marché couvert.  Des étables ont été construites derrière le marché. Les nombreux ateliers et leurs découpeurs se trouvaient fin prêts pour ensuite abattre les bêtes et trouver un acheteur de viande fraîche. Le bâtiment administratif à côté, en briques caractéristiques de cette époque, sert encore à ce jour de secrétariat.

L’entrée principale avec les statues des deux taureaux en fonte a été construite pour transporter la viande vers le centre de Bruxelles. Entre-temps, les marchés au bétail ont été suspendus, mais il existe encore un abattoir moderne, auquel jouxtent quantité de grossistes en viande, peausseries, boyaudiers,... La halle imposante est utilisée intensivement le week-end pour l’organisation de marchés où des particuliers peuvent s’approvisionner en fruits, légumes, viande, poisson, épices, textiles, brocante et bien d’autres choses encore.

L’avenir de Abattoir
Notre avenir est une histoire permanente en devenir. L’abattoir existera toujours, mais sous une forme plus compacte, s’inscrivant dans le tissu urbain dans lequel nous nous trouvons.

Le masterplan prévoit, les prochaines décennies, un réaménagement complet du site, comprenant entre autres la construction d’une halle alimentaire avec ferme urbaine sur la toiture, un nouvel abattoir avec locaux et frigos y attenant, des possibilités de logement, un nouvel espace événementiel et davantage encore.

En harmonisant entre elles les activités existantes, le site doit fonctionner de manière optimale en vue d’accueillir des activités résidentielles, éducatives, culturelles et surtout commerciales.

Le site des abattoirs a été de tout temps un site à vocation industrielle et tout en ayant le regard tourné vers l’avenir, Abattoir sa veut conserver ce caractère industriel, assorti d’un programme plus urbain.

Notre principe général est d’accueillir toutes les fonctions ayant trait à la production, vente et achat de produits alimentaires. Le lien d’abattoir artisanal à culture culinaire est évident. Ce lien peut englober tout à la fois des magasins, entreprises, industrie légère, commerce, ainsi que des logements. A côté, il y a aussi des industries faisant preuve de créativité qui s’établissent autour du canal à Molenbeek et le centre de Bruxelles, le long du canal dans notre masterplan.
 


Slachthuizen

Welkom in de Slachthuizen, waar markten, groothandelaars en evenementen hun plaats hebben

De Slachthuizen liggen in de wijk Kuregem, de wijk vernoemd naar landheer Curo, (begin 12e eeuw). Door de vele vertakkingen van de Zenne lag Kuregem in een moerassig overstromingsgebied, dat enkel bruikbaar kon worden gemaakt door waterbeheersing. Op het einde van de 18e en aan het begin van de 19e eeuw, was Kuregem een landelijke omgeving te midden van molens, artisanale brouwerijen, katoenspinners en werkplaatsen voor wevers, met water in overvloed.

Tijdens de "Hollandse periode” (1815-1830) steunden de katoenbaronnen de industrialisatie en gingen ze stoommachines gebruiken. Om Brussel op een snelle manier van steenkool te voorzien, werd het kanaal Brussel-Charleroi uitgegraven en kort nadien verschenen de eerste fabrieken. Verder speelde de aanwezigheid van een spoorlijn een belangrijke rol in de industrialisatie van Brussel. In 1841 zou Kuregem zelf zijn eigen treinstation krijgen.

Tijdens deze periode had Brussel-Stad een bloeiende beestenmarkt en slachthuis. Na verloop van tijd werd de ruimte echter beperkt en begon het vervoer van dieren voor problemen te zorgen in de stad. Daarom kreeg Kuregem in 1890 zijn eigen slachthuizen met beestenmarkt. De gemeente Anderlecht besloot een concessie toe te kennen aan de toenmalige naamloze vennootschap van het Slachthuis en de Markten van Anderlecht-Kuregem.

Architect Emile Tirou tekende de plannen en liet zich hierbij inspireren door de "Grande Halle de la Villette" in Parijs. Hij ontwierp een eenvoudigere versie door minder metaal te gebruiken op een oppervlakte van 100 meter op 100 meter. De metalen constructie rust op gietijzeren zuilen die 10m uit elkaar staan. In totaal werd 218 ton gietijzer en 640 ton ijzer gebruikt. Omwille van de drassige ondergrond, zitten de funderingen diep in de grond en deze steunen op gewelven in baksteen, waardoor een kelderruimte ontstaat onder de overdekte markt. We spreken over een pareltje van industriële architectuur uit de 19e eeuw. Enkele decennia geleden werd de ondergrondse ruimte gebruikt om paddenstoelen te kweken en vanaf 1992 doet de ruimte onder de markthal dienst als ruimte voor evenementen.

Via een brug over het kanaal werden de dieren van het Weststation tot aan de slachthuizen gebracht. In het zuidoostelijke gedeelte van de overdekte markt lag een kaai, waar de treinen hun waar konden laden en lossen. Achter de markt kwamen er stallen en in de vele werkplaatsen werden vleessnijders klaargemaakt om de dieren meteen te slachten, zodat het vlees vers kon worden verkocht. Het administratieve gebouw hiernaast is gebouwd in baksteen die typisch voor die tijd en tot op vandaag wordt het gebouw als secretariaat gebruikt.

Aan de hoofdingang, die werd gebouwd om vlees naar het centrum van Brussel te vervoeren, staan twee gietijzeren standbeelden van stieren ons op te wachten. De beestenmarkten zijn verleden tijd, maar tegenwoordig vinden we er nog steeds een modern slachthuis waar grote hoeveelheden vlees, huiden en orgaanvlees worden verhandeld. De imposante hal wordt tijdens het weekend intensief gebruikt voor rommelmarkten of markten, waar particulieren fruit, groenten, vlees, vis, kruiden en textiel kunnen inslaan.

De toekomst van de slachthuizen
Onze toekomst is een voortdurende geschiedenis in wording. De slachthuizen zullen altijd bestaan, maar in een meer compacte vorm die zijn plaats heeft binnen de stedelijke omgeving die we vandaag kennen.

Het masterplan voorziet voor de komende tientallen jaren een volledige herinrichting van de site met, onder andere, een voedingshal met een stadsboerderij op het dak, een nieuw slachthuis met lokalen en koelruimten, woningen, een nieuwe ruimte voor evenementen en nog veel meer.

Door de bestaande activiteiten goed met elkaar te laten samengaan, moet de site optimaal functioneren om er woningen, handelszaken en zowel educatieve als culturele activiteiten aan te bieden.

De slachthuizen hebben altijd tot de industrie behoort en met het oog op de toekomst willen de Slachthuizen dit industriële karakter behouden en inpassen in een stedelijke omgeving.

In de slachthuizen moeten verschillende functies terecht kunnen, gaande van productie, aankoop, verkoop en voedingsproducten. De band tussen artisanaal slachten en kookcultuur is duidelijk aanwezig en kan de vorm aannemen van winkels, bedrijven, lichte industrie, handelszaken en zelfs woningen. In het masterplan zijn ook industriële activiteiten voorzien die gelden als voorbeeld van de creativiteit rond het kanaal van Molenbeek en het Brusselse centrum.


Welcome at Abattoir

The place where markets, wholesalers and events all come together

Abattoir is situated in Kuregem, on land which originally belonged to Curo, a local lord at the beginning of the 12th century. The area was marshland back then and through it flowed several tributaries of the River Zenne. The only way to use it profitably would be to control the water! By the end of the 18th century and the beginning of the 19th, Kuregem had become a typical rural setting, encircled by windmills, artisan breweries and wool and textile workshops. There was water there, and it was abundant. During its ‘Dutch period’ (1815-1830) the cotton baron industrialized Kuregem with the steam engine. The Brussels-Charleroi canal was dug to bring in the increasing supplies of coal which Brussels needed. And it wasn’t long before the first major factory was built here. And the addition of a railway line intensified this industrial development. Kuregem had its own -station as early as 1841.

At that time the City of Brussels had a thriving livestock market and abattoir. But it had become too small and the transport of live animals into the center was becoming a problem. In 1890 a new abattoir and livestock market was built in Kuregem. The local authority in the district of Anderlecht granted the concession to ‘the Abattoir & Market Company of Anderlecht-Cureghem’.

Architect Emile Tirou drew up plans based on the Great Market Hall at La Vilette in Paris. It was a simplified version which used less metal over its 10,000 square meter surface. The whole steel construction is supported by cast-iron pillars each separated by 10m from the other. In total over 850 tons of iron and steel were used. The foundations go very deep because of the marshland underneath and are underpinned by barrel vaults of brick. These cellars under the covered market are a jewel in the crown of 19th century industrial architecture. 
For a time this space was used to cultivate mushrooms and it is only since 1992 that it has been reclaimed, restored and used as a unique event venue in Brussels and Belgium.

A direct link with Weststation was created via a bridge over the canal so that livestock could be brought directly to the site. On the south-east side the market hall has an unloading bay for trains. Stalls for the animals were built behind the market. There were many small workshops where the livestock was slaughtered before market. The administration building opposite, constructed in typical brick from that period still serves as a secretariat today.

The main entrance, guarded by its two giant bulls in cast iron, was situated here so that meat could be transported easily and quickly to the center of Brussels. Although the livestock market no longer exists, there is a modern slaughterhouse with a thriving wholesale market for all involved in the meat trade. The impressive covered market comes to life at weekends, Friday to Sunday, when local people come to shop for fruit, vegetables, meat, fish, spices, textiles… and look for bargains in the flea market. With the new Metro line, it’s so quick and easy to get here.

Abattoir, a place with a bright future

Our future is a permanent story in the making. The slaughterhouse will continue to exist, but in a more compact form and adapted to our changing urban needs. The new master plan envisages a complete restoration over the coming decades, including the construction of a brand-new Food Hall with an Urban Farm on its roof, a new abattoir with cold storage and all the latest facilities, combined with private housing, new event venues and much more.....

All the many activities on the site will need to be well coordinated and integrated. This blend of residential, educational, cultural and commercial is the key to a successful future.

The abattoir is traditionally a site with industrial activity. And for the future Abattoir PLC wishes to retain this industrial character, combined with a more urban cultural face and programme.

As a general guiding principle, we welcome all activities connected with the supply, manufacturing, buying and selling of food. The link between an artisan abattoir and culinary culture is an obvious one, but it extends to shops, small businesses, light industry, commerce and even housing. In addition, the creative industries currently situated in Molenbeek and in the center of Brussels will be very welcome along the canal here in our master plan.